ECLI:NL:CRVB:2021:949
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak in het kader van de WAO
Op 23 april 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 18 december 2009, met zaaknummer 09/406. De verzoeker, vertegenwoordigd door de erven van [verzoeker] te [woonplaats], Marokko, had verzocht om herziening van deze eerdere uitspraak. In het procesverloop is vastgesteld dat de verzoeker niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 131,- heeft betaald, ondanks herhaalde waarschuwingen van de Raad. De Raad heeft de verzoeker in verschillende brieven gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. De verzoeker heeft weliswaar een verzoek om uitstel van betaling ingediend, maar dit is niet tijdig gevolgd door de betaling van het griffierecht. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk was. De Centrale Raad van Beroep heeft dan ook besloten het verzoek om herziening niet-ontvankelijk te verklaren, zonder verder onderzoek te doen naar de inhoud van de zaak. De uitspraak is gedaan door D.S. de Vries, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 april 2021.