In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant, werkzaam als generalist GGP bij de politie, had op 30 oktober 2018 deelgenomen aan de Experience VTB Motordag, waar hij tijdens een training met zijn motor ten val kwam en letsel opliep. De korpschef had het ongeval niet aangemerkt als dienstongeval, wat de appellant betwistte. De Raad oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een dienstongeval, omdat de training niet alleen een selectie- of inkijkdag was, maar ook het karakter van een IBT-training had. De Raad concludeerde dat de korpschef onterecht het ongeval niet als dienstongeval had erkend, en vernietigde het bestreden besluit. De Raad herstelde de situatie door het ongeval als dienstongeval aan te merken, wat de appellant recht geeft op bepaalde rechtspositionele aanspraken. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de kosten van de appellant, die in totaal € 3.204,- bedroegen.