ECLI:NL:CRVB:2021:816
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep tegen college van burgemeester en wethouders van Rijswijk
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. W.G.H. van de Wetering, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De uitspraak betreft een proceskostenveroordeling na de intrekking van het hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 november 2020 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk, door alsnog de gemaakte kosten te vergoeden, tegemoet is gekomen aan appellant. Dit leidde tot de beslissing om het college te veroordelen in de proceskosten die appellant heeft moeten maken in verband met de behandeling van het bezwaar, het verzoek om een voorlopige voorziening, het beroep en het hoger beroep. De totale kosten zijn begroot op € 2.625,-. De uitspraak is gerectificeerd en komt in de plaats van een eerdere uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken en de griffier was P.A.M. Hulsdouw.