1.4.Bij brief van 16 mei 2018 heeft A appellanten in de gelegenheid gesteld om voor 1 juni 2018 de originele bankafschriften van de volgende bankrekeningen van de opening tot 1 mei 2018 in te leveren.
- spaarrekening eindigend op 887 (bank onbekend);
- budgetbeheerrekening bij ABN AMRO eindigend op 657;
- budgetbeheerrekening bij ABN AMRO eindigend op 055;
- budgetbeheerrekening bij ABN AMRO eindigend op 947;
- rekening bij SNS Bank eindigend op 609;
- rekening bij SNS Bank eindigend op 609;
- rekening bij ABN AMRO eindigend op 657;
- rekening bij ABN AMRO eindigend op 055;
- betaalrekening bij ABN AMRO eindigend op 947;
- rekening bij ING eindigend op 566;
- rekening bij ING eindigend op 566;
- rekening bij ING eindigend op 566;
- betaalrekening bij ING eindigend op 035;
- rekening bij ING eindigend op 864.
Het college heeft er hierbij op gewezen dat op de rekeningafschriften zichtbaar moet zijn wie de rekeninghouder is, dat appellanten op de rekeningafschriften niets mogen doorstrepen of onzichtbaar maken en dat alle saldi en transacties zichtbaar moeten zijn. Ook heeft het college verzocht van alle rekeningen het openingsbewijs en, bij tussentijdse opheffing, het bewijs van opheffing in te leveren.