ECLI:NL:CRVB:2021:592
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van medische geschiktheid en arbeidsongeschiktheidseisen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de weigering van het Uwv om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Appellant, die voorheen werkzaam was als medewerker groenvoorziening, heeft zich sinds 2012 herhaaldelijk gemeld vanwege psychische klachten en andere gezondheidsproblemen. Het Uwv heeft in eerdere besluiten vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, wat heeft geleid tot de weigering van de WIA-uitkering. De Raad heeft de medische en arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit onderschreven en geoordeeld dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 15 september 2017 een juist inzicht biedt in de medische klachten van appellant. De Raad heeft geconcludeerd dat de aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag gelegde functies in medisch opzicht voor appellant geschikt zijn. De rechtbank heeft de eerdere beslissing van het Uwv bevestigd, en de Raad heeft het hoger beroep van appellant ongegrond verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een psychiater als deskundige te benoemen, omdat er geen nieuwe medische informatie is ingediend die de stelling van appellant ondersteunt dat hij meer of zwaarder beperkt is dan eerder vastgesteld.