Uitspraak
19 1043 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
29 december 2015 ziekmeldde met psychische klachten. In het kader van een aanvraag op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) heeft appellante het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft vastgesteld dat sprake is van doorlopende arbeidsongeschiktheid vanaf 29 december 2015 en dat appellante per
26 december 2017 belastbaar is met inachtneming van de beperkingen die hij heeft neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 20 november 2017. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellante niet meer geschikt is voor het laatstelijk verrichte werk. Hij heeft vervolgens functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen de mate van arbeidsongeschiktheid berekend. Bij besluit van 14 december 2017 heeft het Uwv geweigerd aan appellante met ingang van 26 december 2017 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 5 april 2018 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit ligt een rapport van 3 april 2018 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep ten grondslag.