ECLI:NL:CRVB:2021:469
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- J.T.H. Zimmerman
- F.M. Rijnbeek
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en arbeidsvermogen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin de rechtbank het beroep van appellante tegen een besluit van het Uwv ongegrond heeft verklaard. Appellante, geboren in 1990, heeft een aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend na een auto-ongeluk in 2014, waarbij zij whiplash- en depressieve klachten heeft opgelopen. Het Uwv heeft haar aanvraag afgewezen, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam zou zijn. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar arbeidsvermogen duurzaam ontbreekt en dat de artsen van het Uwv geen overleg hebben gehad met de behandelend sector. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig is geweest en dat de verzekeringsarts voldoende heeft gemotiveerd dat het ontbreken van arbeidsvermogen bij appellante niet duurzaam is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de beroepsgronden van appellante niet slagen. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.