ECLI:NL:CRVB:2021:434
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een langere ontheffing van sollicitatieverplichtingen op basis van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, had verzocht om een ontheffing van de sollicitatieverplichting voor een periode langer dan een jaar. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had eerder een ontheffing verleend voor de duur van een jaar, maar de appellante stelde dat haar sociale omstandigheden een langere ontheffing vereisten om haar echtgenoot naar Nederland te laten komen.
De Raad oordeelde dat het college zich terecht had gebaseerd op de vaste gedragslijn, die stelt dat een ontheffing van de sollicitatieverplichting in principe niet langer dan een jaar kan duren, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. De Raad concludeerde dat de appellante geen uitzonderlijke situatie had aangetoond die een langere ontheffing rechtvaardigde. De medische situatie van de appellante was weliswaar complex, maar de verzekeringsarts had geen onduidelijkheden in zijn rapportage aangetoond die een langere ontheffing zouden rechtvaardigen.
De Raad bevestigde dat het college de mogelijkheid heeft om in individuele gevallen ontheffing te verlenen, maar dat dit niet automatisch betekent dat een langere termijn dan een jaar wordt verleend. De belangen van gezinshereniging werden niet als primair belang erkend in deze context. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.