ECLI:NL:CRVB:2021:407
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- L.M. Tobé
- R.E. Bakker
- R.M. van Male
- D. Bakker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het kilometerbudget voor vervoersvoorzieningen onder de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die gebruikmaakt van een Regiotaxipas en een driewielfiets met elektrische trapondersteuning, heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd, maar heeft zich beperkt tot het herhalen van eerder aangevoerde argumenten. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het door het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht vastgestelde maximum aantal reiskilometers van 8.000 per jaar voor appellante toereikend was voor haar noodzakelijke vervoersbehoefte. Appellante heeft aangevoerd dat zij haar kinderen, die in een instelling verblijven, regelmatig moet bezoeken, wat haar zou beperken in het aantal kilometers dat zij kan afleggen voor haar eigen medische afspraken.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het kilometerbudget niet volstaat. De door appellante ingebrachte stukken, waaronder brieven van instellingen en behandeloverzichten, gaven geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. De Raad concludeert dat het college op zorgvuldige wijze de vervoersbehoefte van appellante heeft vastgesteld en dat het verstrekte kilometerbudget een passende bijdrage levert aan haar zelfredzaamheid en participatie, zoals bedoeld in de Wmo 2015. Het hoger beroep is dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak is bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.