ECLI:NL:CRVB:2021:345
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsvermogen en Wajong-uitkering na medische en arbeidskundige onderzoeken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlaging van de Wajong-uitkering van appellant van 75% naar 70% van het minimumloon. Appellant, geboren in 1985, ontvangt sinds 2005 een Wajong-uitkering vanwege psychische klachten en ontwikkelingsproblematiek. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant arbeidsvermogen heeft, wat heeft geleid tot de verlaging van zijn uitkering. De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de medische beoordeling te twijfelen.
In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij geen arbeidsvermogen heeft en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de complexiteit van zijn beperkingen. Het Uwv heeft echter bevestigd dat appellant, rekening houdend met zijn beperkingen, over basale werknemersvaardigheden beschikt en in staat is om één uur aaneengesloten te werken en vier uur per dag belastbaar is. De Raad heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant arbeidsvermogen heeft. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en bepaald dat het Uwv het griffierecht aan appellant vergoedt.