ECLI:NL:CRVB:2021:3361
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een ambtenaar wegens ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie in het kader van een promotietraject
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante, een onderzoeker in opleiding aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, was sinds 1 maart 2017 tijdelijk aangesteld voor een promotietraject van vier jaar. De raad van bestuur van het Universitair Medisch Centrum Utrecht verleende haar op 31 december 2019 ontslag, met als reden een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. Dit besluit volgde na een voornemen tot ontslag en een zienswijze van de appellante. De rechtbank verklaarde het beroep tegen dit ontslag ongegrond, waarna de appellante in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de raad van bestuur bevoegd was om het ontslag te verlenen op basis van artikel 12.7 van de Cao universitair medische centra. De Raad stelde vast dat er sprake was van communicatieproblemen tussen de appellante en haar begeleiders, die de arbeidsrelatie ernstig hadden verstoord. De appellante had ook verzocht om haar begeleiders te verbannen van haar promotietraject, wat de voortzetting van haar dienstverband onmogelijk maakte. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.
De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder een ambtenaar in tijdelijke dienst kan worden ontslagen en de rol van communicatie en samenwerking in een promotietraject.