ECLI:NL:CRVB:2021:3351
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond verklaard wegens te late verklaring van betalingsonmacht in hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2021 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. Appellant, woonachtig in Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2020. De Raad had eerder op 22 maart 2021 het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald en de gronden te laat waren ingediend. Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend, waarbij hij aanvoerde dat hij het griffierecht niet kon betalen. De Raad heeft echter geoordeeld dat deze stelling niet slaagde, aangezien appellant pas in zijn verzetschrift voor het eerst verklaarde dat hij in betalingsonmacht verkeerde. De Raad benadrukte dat een beroep op betalingsonmacht binnen de betalingstermijn moet worden gedaan, en dat appellant te laat was met deze verklaring. Hierdoor komt het niet betalen van het griffierecht voor rekening en risico van appellant. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier J. Oosterveen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.