ECLI:NL:CRVB:2021:3236
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening op basis van toekenning ZW-uitkering met terugwerkende kracht
Op 21 december 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Hilversum. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin de afwijzing van de aanvraag om bijstand door het college werd behandeld. Appellante had op 10 november 2017 bijstand aangevraagd, maar het college had deze aanvraag afgewezen op de grond dat zij niet op het opgegeven adres woonde. Na een eerdere vernietiging van dit besluit door de rechtbank, heeft het college in een nieuw besluit de afwijzing gehandhaafd, nu appellante met terugwerkende kracht een ZW-uitkering was toegekend. De Raad oordeelde dat het college de ZW-uitkering in de beoordeling mocht betrekken, ondanks dat appellante deze ten tijde van haar aanvraag nog niet had ontvangen. De Raad bevestigde dat de ZW-uitkering een toereikende en passende voorziening was, waardoor appellante geen recht had op bijstand. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.