AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing van de aanvraag voor een individuele studietoeslag op basis van de Participatiewet en de uitleg van artikel 36b sub d PW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een individuele studietoeslag door appellante, die als voltijdstudent was ingeschreven en studiefinanciering ontving. De Raad heeft vastgesteld dat de afwijzing van de aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht terecht was, omdat appellante in staat werd geacht het wettelijk minimumloon te verdienen, ongeacht haar studie. De Raad heeft de uitleg van artikel 36b sub d van de Participatiewet (PW) behandeld, waarbij werd benadrukt dat het niet relevant is of de aanvrager studeert, maar of deze in staat is om het wettelijk minimumloon te verdienen. De Raad heeft de wetgeschiedenis geraadpleegd en geconcludeerd dat de door appellante voorgestane uitleg niet volgt uit de tekst van het artikel. De uitspraak bevestigt dat de individuele studietoeslag bedoeld is voor personen die niet in staat zijn om het minimumloon te verdienen, en dat de wetgever niet heeft beoogd om studenten met een medische urenbeperking automatisch in aanmerking te laten komen voor deze toeslag. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
Voetnoten
1.Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. 125
2.Kamerstukken I 2013/14, 33 161, nr. A, blz. 4 en 8
3.Kamerstukken I 2013/14, 33 161, nr. C, blz. 11 en 12 en Kamerstukken II 2013/14, 33 161, nr. F, blz. 5 en 6
4.Kamerstukken I 2013/14, 33 161, nr. E, blz. 29 en Kamerstukken I 2013/14, 33 161, nr. G, blz. 9-11 en 14
5.Handelingen I 2013/14, 35-9-56, rechterkolom
6.Kamerstukken II 2013/14, 33 988, nr. 6, blz. 14 en 50