ECLI:NL:CRVB:2021:3209
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering wegens niet voldoen aan wekeneis
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar geen WW-uitkering toe te kennen. Appellante had in de 36 weken voorafgaand aan haar werkloosheid in minder dan 26 weken gewerkt, wat in strijd is met de wekeneis van de Werkloosheidswet (WW). De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad onderschrijft deze conclusie. Appellante had eerder een Ziektewet-uitkering ontvangen, maar na beëindiging daarvan heeft zij een WW-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellante niet voldoet aan de wekeneis, omdat zij in de referteperiode van 16 mei 2016 tot en met 22 januari 2017 niet genoeg weken had gewerkt. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij wel aan deze eis voldoet, maar de Raad oordeelt dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd om haar stelling te onderbouwen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.