ECLI:NL:CRVB:2021:319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-vervolguitkering op basis van arbeidsongeschiktheid onder de 35%
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om zijn WGA-vervolguitkering per 10 oktober 2017 te beëindigen. Appellant, die als koerier werkte, was uitgevallen door whiplashklachten en had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet WIA. Het Uwv had vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beëindiging van zijn uitkering. Appellant voerde in hoger beroep aan dat hij verdergaand beperkt was dan het Uwv had aangenomen en dat de berekening van zijn maatmanloon onjuist was. De Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden van appellant afdoende had besproken en dat het Uwv voldoende had gemotiveerd dat de functies die aan de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv op goede gronden de uitkering had beëindigd.