ECLI:NL:CRVB:2021:3005
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na toegenomen beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die zich had gemeld bij het Uwv met toegenomen beperkingen. Appellant, die voorheen als assemblagemedewerker werkte, had zich in 2010 ziek gemeld en ontving verschillende uitkeringen, waaronder een WW-uitkering en later een ZW-uitkering. Het Uwv had in eerdere besluiten vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was, ondanks toegenomen beperkingen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar zowel de rechtbank als de Raad hebben geoordeeld dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep juist waren. De Raad bevestigde dat appellant, ondanks zijn klachten, niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering omdat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 35% bleef. De uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.