Uitspraak
18.2902 ZW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
M. Graveland als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 september 2020.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die zich ziek had gemeld, had een ZW-uitkering ontvangen, maar deze werd door het Uwv beëindigd op basis van een medisch onderzoek. De verzekeringsarts had vastgesteld dat de appellant in staat was om de functie van wikkelaar te verrichten, ondanks zijn gezondheidsklachten. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de belastbaarheid van de appellant. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn standpunt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat zijn beperkingen waren onderschat. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende medische gegevens had om tot zijn conclusie te komen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.