ECLI:NL:CRVB:2021:2996
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WIA-zaak
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. B.J.M. de Leest, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. Het hoger beroep werd ingetrokken nadat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op 10 maart 2021 een gewijzigde beslissing op bezwaar had genomen, waarbij het Uwv geheel tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Appellant verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten die hij redelijkerwijs had moeten maken voor het inschakelen van deskundigen. De Raad heeft besloten dat het Uwv in de kosten van appellant moet worden veroordeeld tot een totaalbedrag van € 7.852,-. Dit bedrag is opgebouwd uit kosten voor rechtsbijstand en deskundigen, waarbij de Raad de kosten heeft vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht en het Besluit tarieven in strafzaken 2003. De uitspraak is gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van griffier R. van der Heide, en is openbaar uitgesproken op 1 december 2021.