ECLI:NL:CRVB:2021:2989
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag en herplaatsingsinspanningen bij Universitair Medisch Centrum Utrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, een werknemer van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, was sinds 1998 in dienst en werd per 15 juli 2018 boventallig verklaard als gevolg van een reorganisatie. De raad van bestuur had hem niet betrokken in de selectieprocedure voor een andere functie, wat leidde tot zijn ontslag per 15 april 2019. De appellant stelde dat de raad van bestuur onvoldoende herplaatsingsinspanningen had verricht en dat hij ten onrechte niet was opgenomen in de selectieprocedure voor de functie van teamleider.
De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de raad van bestuur voldoende inspanningen had geleverd voor herplaatsing en dat het ontslag niet onterecht was. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de raad van bestuur in redelijkheid had kunnen besluiten om de appellant niet in de selectieprocedure te betrekken. De Raad benadrukte dat de appellant zelf ook geen passende functie had kunnen aandragen en dat de herplaatsingsinspanningen van de raad van bestuur adequaat waren geweest. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.