ECLI:NL:CRVB:2021:291
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdige indiening van beroepschrift in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Het beroepschrift van appellant is op 29 oktober 2020 ontvangen, maar was op basis van de poststempel op de enveloppe op 28 oktober 2020 ter post bezorgd. De Raad oordeelt dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, omdat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. De uitspraak van de rechtbank Gelderland was op 11 september 2020 aan partijen bekendgemaakt. Appellant heeft aangevoerd dat hij door zijn advocaat was geïnformeerd dat hij zelf verantwoordelijk was voor het verdere verloop van de zaak en dat de vertraging te wijten was aan de pandemie en het verzamelen van bewijs bij het college. De Raad oordeelt echter dat deze argumenten geen grond bieden om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. De Raad benadrukt dat het risico van een niet-tijdige indiening volledig voor rekening van de appellant komt. Gezien deze overwegingen verklaart de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zonder verder onderzoek. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.