ECLI:NL:CRVB:2021:289
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- B.V.K. de Louw
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland inzake de aanvraag voor een Indicatie banenafspraak en het verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland van 10 september 2018. Appellant, die een uitkering ontving op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor een Indicatie banenafspraak bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Deze aanvraag werd afgewezen omdat appellant in staat werd geacht om het wettelijk minimumloon te verdienen. De rechtbank had het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en appellant ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de beroepsgronden van appellant in essentie een herhaling waren van wat eerder in beroep was aangevoerd. De rechtbank had deze gronden afdoende besproken en geoordeeld dat ze niet slagen. Appellant had zijn standpunt in hoger beroep niet onderbouwd met nieuwe medische gegevens. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde.
Daarnaast werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond was voor toekenning. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd openbaar gedaan door de Centrale Raad van Beroep, met E.J.J.M. Weyers als rechter en B.V.K. de Louw als griffier.