Uitspraak
20.1314 ZW
21 februari 2020, 19/2044 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Op 31 oktober 2017 heeft appellante een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Naar aanleiding van deze aanvraag heeft een toetsing verbetering belastbaarheid in het tweede ziektejaar (toetsing) plaatsgevonden. In het kader hiervan heeft appellante het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft appellante belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellante niet meer in staat is haar eigen werk te verrichten en heeft vervolgens functies geselecteerd. Op basis van de drie functies met de hoogste lonen heeft de arbeidsdeskundige berekend dat appellante nog 79,58% van haar zogeheten maatmaninkomen zou kunnen verdienen. Het Uwv heeft bij besluit van 20 december 2017 de ZW-uitkering van appellante met ingang van 21 januari 2018 beëindigd op de grond dat zij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd.