ECLI:NL:CRVB:2021:2855
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- J.T.H. Zimmerman
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf voor plichtsverzuim door politieambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, een politieambtenaar, was door de korpschef van politie disciplinair gestraft met een vermindering van het salarisnummer met één jaar voor de duur van twee jaren. Deze straf was opgelegd vanwege toerekenbaar plichtsverzuim, waarbij de appellant zich schuldig had gemaakt aan het raadplegen van politiesystemen voor privédoeleinden, het delen van politie-informatie met onbevoegde derden en het niet naar waarheid verklaren tijdens een intern onderzoek.
De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat de appellant zich schuldig heeft gemaakt aan de verweten gedragingen. De rechtbank had geoordeeld dat de opgelegde disciplinaire straf niet onevenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim. De Raad voegt hieraan toe dat de lange duur van het disciplinaire onderzoek geen strafverlichtende omstandigheid was, en dat de straf passend was gezien de omstandigheden van de zaak. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat de lange duur van het onderzoek niet was meegewogen, maar de Raad oordeelde dat dit niet tot een lichtere straf hoefde te leiden.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en legt de verantwoordelijkheid bij de korpschef voor het handhaven van de integriteit binnen de politie. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.