ECLI:NL:CRVB:2021:2854
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoek in sociale zekerheidszaak
Op 19 november 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/2138 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het verzoek om herziening van een uitspraak van 20 december 2019 (zaaknummer 18/5938) niet-ontvankelijk was verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat het griffierecht niet was betaald. Verzoeker, die in Marokko woont, heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing en stelde dat het griffierecht door zijn familie in Spanje was voldaan.
De behandeling van het verzet vond plaats op 8 oktober 2021, maar partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat, hoewel de betaling van het griffierecht inderdaad is gedaan, deze te laat is ontvangen. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het verzet ongegrond was. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de gronden van verzoeker niet tot een ander oordeel konden leiden, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door J.C. Boeree, in aanwezigheid van griffier B. van Dijk, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De Centrale Raad van Beroep heeft het verzet van verzoeker dan ook ongegrond verklaard.