ECLI:NL:CRVB:2021:2795
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake bijstandsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 november 2021 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 december 2019. Verzoeker, die bijgestaan werd door advocaat mr. R. Mahovic, heeft verzocht om herziening van de uitspraak waarin de rechtbank Limburg op 26 juni 2018 had geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Roermond terecht had vastgesteld dat verzoeker niet in zijn levensonderhoud kon voorzien. Verzoeker stelde dat hij nieuwe feiten en omstandigheden had die niet bekend waren vóór de eerdere uitspraak, maar de Raad oordeelde dat dit niet het geval was. De Raad concludeerde dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangedragen die voldeden aan de eisen van artikel 8:119, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel stelt strikte voorwaarden voor herziening, waaronder dat de feiten niet eerder bekend mochten zijn geweest. De Raad benadrukte dat het verzoek om herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak, maar om te corrigeren op basis van nieuwe, relevante informatie. Aangezien verzoeker niet voldeed aan de voorwaarden, werd het verzoek om herziening afgewezen. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.