ECLI:NL:CRVB:2021:2724
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag maatwerkvoorziening individuele begeleiding op basis van de Wmo 2015
In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Groningen hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit van 16 mei 2019 vernietigd, waarbij de aanvraag van betrokkene voor een maatwerkvoorziening individuele begeleiding was afgewezen. Betrokkene, die kampt met allergieën, stelde dat zij zich vanwege deze allergieën volledig bedekt naar buiten moet begeven en dat zij een begeleider nodig heeft om haar te ondersteunen in de buitenwereld. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een participatieprobleem en dat het college nader onderzoek moest verrichten naar de benodigde uren begeleiding.
In hoger beroep heeft het college betoogd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat betrokkene kampt met fysieke problemen die een begeleider noodzakelijk maken. Het college stelde dat uit de overgelegde medische informatie niet blijkt dat betrokkene alleen naar buiten kan als zij volledig bedekt is. De Raad voor de Rechtspraak heeft het hoger beroep van het college gegrond verklaard en de aangevallen uitspraak vernietigd. De Raad oordeelde dat er geen sprake is van een te compenseren beperking in de zelfredzaamheid of participatie volgens de Wmo 2015. Het beroep tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard en het nadere besluit van het college werd eveneens vernietigd.