Uitspraak
19.4581 ANW
27 september 2019, 18/1330 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
.Voor zover al moet worden aangenomen dat appellante buiten staat was haar belangen adequaat te behartigen kon zij in elk geval, zo blijkt uit de gedingstukken, een beroep doen op derden. Nu geen sprake is van een bijzonder geval in de zin van artikel 33, vierde lid, van de ANW, kwam de Svb niet de bevoegdheid toe aan de toekenning van de uitkering verdere terugwerkende kracht dan één jaar te geven
.
.Uit de medische stukken, waaronder in het bijzonder de gegevens van de huisarts en de psycholoog
,is haar gebleken dat appellante al jaren lijdt aan psychische klachten en dat deze geluxeerd zijn na het overlijden van haar ex-echtgenoot. Na intensieve (rouw)begeleiding meldt appellante op 16 november 2017 bij haar huisarts dat het beter gaat en zij een verwijzing naar een psycholoog niet zinvol acht
.Dat er
deelsuit pragmatisch oogpunt in de periode voor 28 november 2017 door de verzekeringsarts bezwaar en beroep een situatie van geen duurzaam benutbare mogelijkheden is aangenomen – mede vanwege botbreuken tot twee maal toe – maakt niet dat van een dergelijke situatie nog steeds sprake was op 28 november 2017. Zoals de verzekeringsarts bezwaar en beroep op basis van de medische gegevens en de door appellante tijdens de hoorzitting verstrekte informatie rapporteert, was op dat moment sprake van een redelijke stabiele psychische situatie met medicatie, was er geen sprake meer van behandeling door een psycholoog en had appellante vanaf september 2017 weer wat werkzaamheden opgepakt. Anders dan appellante stelt, was er op dat moment dan ook sprake van een verbetering van haar gezondheidssituatie. De in maart 2018 geconstateerde borstkanker, die in oktober 2018 tot een multidisciplinair oncologisch revalidatietraject leidde, waaronder (her)aanmelding bij een psycholoog, kan volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet met terugwerkende kracht invloed hebben op de situatie in november 2017. Nu de verzekeringsarts bezwaar en beroep alle relevante informatie uit de behandelend sector bij haar beoordeling heeft betrokken, is er geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van het advies van het Uwv. Appellante heeft in hoger beroep geen medische stukken overgelegd die aanleiding geven om alsnog te twijfelen aan het oordeel van het Uwv.
BESLISSING
.