ECLI:NL:CRVB:2021:2502
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herplaatsingskandidaat bij de politie en verzoek om schadevergoeding
Op 8 oktober 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van een eiser die werkzaam was bij de politie. De zaak betreft de herplaatsing van de eiser, die als herplaatsingskandidaat was aangewezen na de reorganisatie van de politie. Eiser had een verzoek ingediend om een vertrekstimuleringspremie, welke was afgewezen door de korpschef van politie. De Raad oordeelde dat er passende functies beschikbaar waren voor eiser, en dat de korpschef niet onzorgvuldig had gehandeld door de aanvraag voor de premie af te wijzen. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen sprake was van een onrechtmatig besluit. De uitspraak volgt op een eerdere uitspraak van de Raad van 9 juli 2020, waarin de rechtbank Zeeland-West-Brabant was vernietigd. De Raad concludeerde dat de korpschef voldoende mogelijkheden had om een passende functie aan te bieden, en dat de eiser zelf ook succesvol was in het vinden van een nieuwe functie buiten de politieorganisatie. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de korpschef in het kader van herplaatsing en de voorwaarden voor het toekennen van een vertrekstimuleringspremie.