Uitspraak
19.4116 AW
OVERWEGINGEN
eerste lid, van het Barp geschiedt na de vaststelling dat er al dan niet een passende functie beschikbaar zal zijn. Zoals de Raad eerder heeft geoordeeld (uitspraak van 3 oktober 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3160) vereist deze vaststelling een onderzoek door de korpschef. De korpschef heeft de aanvraag van appellant afgewezen omdat hij niet heeft kunnen vaststellen dat er voor appellant geen passende functie meer beschikbaar zal zijn, nu appellant vrij spoedig nadat hij zich extern zou gaan oriënteren een baan heeft gevonden en ontslag heeft genomen. Daardoor is de korpschef niet in de gelegenheid geweest appellant een passende functie aan te bieden. Dat appellant ontslag heeft genomen betekent echter niet dat de korpschef niet heeft kunnen onderzoeken of voor appellant wel of geen passende functie beschikbaar zou zijn geweest. Dat appellant geen functie meer kon worden aangeboden, is voor de vaststelling of een passende functie beschikbaar zou zijn geweest, niet van betekenis. Nu de korpschef dit onderzoek heeft nagelaten, is sprake van een onzorgvuldig voorbereid besluit.
BESLISSING
nemen op het bezwaar tegen het besluit van 31 augustus 2017 en bepaalt dat beroep tegen deze beslissing slechts kan worden ingesteld bij de Raad;