ECLI:NL:CRVB:2021:2491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling na tegemoetkoming door bestuursorgaan
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 20/3698 WMO15. Het hoger beroep is ingetrokken door de appellanten omdat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen hen tegemoet is gekomen met een beslissing van 13 november 2020. Deze beslissing betrof de verlenging van de noodopvang voor de appellanten. Het college stelde dat er geen proceskostenveroordeling moest volgen, omdat de beslissing onverplicht was genomen. De Raad heeft echter overwogen dat in geval van een tegemoetkoming door het bestuursorgaan in beginsel een proceskostenveroordeling moet worden uitgesproken, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De Raad heeft vastgesteld dat het college geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. De stelling van het college dat de beslissing uit coulance is genomen, werd als ontoereikend beschouwd. De Raad heeft daarom het college veroordeeld tot betaling van de proceskosten die de appellanten redelijkerwijs hebben moeten maken in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De totale proceskosten zijn begroot op € 2.244,-, bestaande uit € 1.496,- voor het beroep en € 748,- voor het hoger beroep. De appellanten kunnen zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het college wenden.