ECLI:NL:CRVB:2021:2416
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van zorgbehoefte en regievoering in het kader van de Wet langdurige zorg
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1948, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had eerder de afwijzing van haar aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CIZ bevestigd. Appellante stelt dat de rechtbank vooringenomen was en dat er medische stukken zijn die haar zorgbehoefte onderbouwen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de rechtbank niet vooringenomen was en dat de medische adviezen van het CIZ, die zijn gebaseerd op een uitgebreide beoordeling van de situatie van appellante, niet ter discussie staan. De medische adviezen dateren van 2018 en zijn gebaseerd op informatie van de huisarts en een huisbezoek. De Raad concludeert dat appellante niet is aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat zij in staat is om regie te voeren en hulp in te roepen. De gronden van appellante slagen niet, en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De uitspraak is gedaan op 15 september 2021.