ECLI:NL:CRVB:2021:235
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, die sinds 21 september 2016 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden, dat zijn bijstand over een bepaalde periode had herzien en teruggevorderd. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De appellant stelde dat hij tijdig pro forma bezwaar had gemaakt, maar de Raad oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij voor afloop van de bezwaartermijn bezwaar had ingediend. De Raad concludeerde dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en dat het bezwaarschrift van de appellant pas op 30 oktober 2019 was ontvangen, na afloop van de termijn. De Raad oordeelde dat de omstandigheden van de appellant, waaronder zijn medische beperkingen en de begeleiding die hij ontving, niet voldoende waren om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.