Uitspraak
20.2967 AW
OVERWEGINGEN
in zijn totaliteittenminste gelijkwaardig is aan het pakket dat bij de gemeente gold. Een redelijke uitleg brengt mee dat het totaalpakket van het onderhandelingsresultaat gelijkwaardig moet zijn. Dat een bepaald aspect van dat pakket financieel niet volledig gelijkwaardig is voor een bepaalde ambtenaar of groep van ambtenaren, is het gevolg van bepaalde keuzes die bij de totstandkoming van het onderhandelingsakkoord zijn gemaakt. De Raad neemt voorts in aanmerking dat het Sociaal Statuut zelf geen definitie of voorschrift over de gelijkwaardigheid met betrekking tot het hier aan de orde zijnde aspect bevat. Het gestelde nadeel dat aldus door de toepassing van de Overgangsregeling voor appellante zou ontstaan, betekent verder niet dat om die reden aan de Overgangsregeling naar inhoud of wijze van totstandkoming dermate ernstige gebreken kleven dat de Overgangsregeling niet aan het besluit van 21 december 2018 ten grondslag mocht worden gelegd. De Raad concludeert dan ook dat geen strijd bestaat met het Sociaal Statuut.