ECLI:NL:CRVB:2021:2103
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen vervoers- en woonvoorziening op basis van Wmo 2015 met voldoende medische onderbouwing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had aanvragen ingediend voor een vervoersvoorziening en een woonvoorziening in de vorm van een traplift op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De aanvragen werden door het college van burgemeester en wethouders van Aalsmeer afgewezen, omdat er onvoldoende medische grondslag was voor de noodzaak van deze voorzieningen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarbij werd verwezen naar adviezen van Argonaut die de afwijzing onderbouwden. De appellant voerde in hoger beroep aan dat de rechtbank de brief van zijn GZ-psycholoog ten onrechte niet volledig had meegewogen en dat zijn psychische en fysieke beperkingen onvoldoende waren erkend. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank de relevante informatie correct had beoordeeld en dat de appellant geen nieuwe argumenten had aangedragen die de eerdere besluiten konden ondermijnen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de appellant geen relevante beperkingen had voor het gebruik van openbaar vervoer en dat de verstrekte woonvoorziening voldoende was.