ECLI:NL:CRVB:2021:2079
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van een eerdere uitspraak in hoger beroep inzake socialezekerheidsrecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 november 2016. De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 november 2018 de eerdere uitspraak bevestigd. Echter, appellante heeft op 1 april 2021 de Raad geïnformeerd dat zij niet was uitgenodigd voor de zitting op 17 oktober 2018 en dat zij de uitspraak van 28 november 2018 niet had ontvangen. Dit leidde tot de conclusie dat de administratieve verwerking van de zaak niet correct was verlopen, aangezien de uitnodiging en de uitspraak niet aan de juiste vertegenwoordiger, mr. E. Wolter, waren geadresseerd, maar aan de heer W.E.A. Nohar.
De Raad heeft vervolgens besloten om de uitspraak van 28 november 2018 te vervallen te verklaren. Dit besluit werd genomen na het geven van gelegenheid aan partijen om te reageren op de mogelijkheid van vervallenverklaring. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak niet op de juiste wijze was gecommuniceerd aan de appellante, wat heeft geleid tot de beslissing om de zaak opnieuw te behandelen door een andere kamer van de Raad. De uitspraak tot vervallenverklaring is gedaan op 19 augustus 2021, waarbij R.E. Bakker als rechter en H. Spaargaren als griffier aanwezig waren.