ECLI:NL:CRVB:2021:2073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van bijzondere bijstand voor extra was- en slijtagekosten in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijzondere bijstand aan appellante voor extra was- en slijtagekosten. Appellante, die sinds 1 september 2008 bijstand ontvangt, heeft aangevoerd dat zij meer kosten maakt dan het aan haar toegekende bedrag van € 408,- per jaar. De Raad oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam terecht de bijzondere bijstand heeft vastgesteld en dat appellante niet heeft aangetoond dat de vergoeding niet toereikend is. De Raad wijst erop dat het college de medische adviezen van de GGD mocht volgen en dat appellante geen medische informatie heeft overgelegd die de juistheid van deze adviezen in twijfel trekt. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam, waarin werd geoordeeld dat appellante niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en dat de tijdelijke ontheffing van arbeidsverplichtingen door het college in redelijkheid is vastgesteld. De Raad concludeert dat de hoger beroepen van appellante niet slagen en bevestigt de aangevallen uitspraken.