ECLI:NL:CRVB:2021:1951
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar inzake bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een beroep van appellante tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar met betrekking tot haar bijstandsverlening. Appellante had op 8 december 2018 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op haar bezwaar dat zij op 17 november 2018 had ingediend. De rechtbank heeft het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat de beslistermijn op het moment van indienen van het beroep nog niet was verstreken.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar de bijstand van appellante op 14 november 2018 had opgeschort, omdat zij niet de gevraagde gegevens over een nalatenschap had overgelegd. Na het indienen van bezwaar door appellante, heeft het college de bijstand ongewijzigd voortgezet. De Raad stelt vast dat het beroep van appellante tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk is, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van indienen van het beroep.
De Raad merkt op dat het college het bezwaar van appellante bij besluit van 4 januari 2019 niet-ontvankelijk heeft verklaard, maar dit besluit valt buiten de huidige procedure. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De griffier van de enkelvoudige kamer, Y. Al-Qaq, heeft het proces-verbaal ondertekend, evenals J.N.A. Bootsma, lid van de enkelvoudige kamer.