ECLI:NL:CRVB:2021:1910
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- M. Géron
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A. Șahin, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder de aanvraag van verzoeker voor een WIA-uitkering afgewezen. Tijdens de procedure in hoger beroep heeft het Uwv, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, alsnog met terugwerkende kracht een WIA-uitkering aan verzoeker toegekend. Verzoeker trok zijn hoger beroep in, maar verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor een procedure in drie instanties in deze zaak met bijna tien maanden is overschreden. De Raad heeft daarbij de richtlijn gevolgd dat een vergoeding van € 500,- per half jaar of gedeelte daarvan gepast is. Aangezien de totale duur van de procedure meer dan vier jaar heeft bedragen, heeft de Raad besloten dat verzoeker recht heeft op een schadevergoeding van € 1.000,-. Daarnaast is de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoeker, die zijn begroot op € 374,-.
De uitspraak is gedaan door J.S. van der Kolk, in tegenwoordigheid van griffier M. Géron, en is openbaar uitgesproken op 3 augustus 2021.