ECLI:NL:CRVB:2021:1869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.A. Boersma
- R.E. Bakker
- D. HardonkPrins
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de eigen bijdrage in het kader van de Wet langdurige zorg na bezwaar tegen besluit CAK
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die haar beroep ongegrond had verklaard. De zaak betreft de vaststelling van de eigen bijdrage voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg door het CAK. Appellante verbleef enige jaren in de instelling GGZ Dijk en Duin en had bezwaar gemaakt tegen de hoogte van de eigen bijdrage die door het CAK was vastgesteld op € 385,83 per maand. Appellante stelde dat haar opname onterecht was en dat zij beschikte over een woning waarvoor zij huur betaalde. Het CAK had echter geweigerd om de zorggegevens aan te passen, omdat de opnamegegevens correct waren volgens het zorgkantoor. De rechtbank oordeelde dat het CAK in beginsel mocht uitgaan van de gegevens die het zorgkantoor had verstrekt en dat appellante niet voldoende had onderbouwd dat er sprake was van een kennelijke fout in de opnamegegevens. In hoger beroep herhaalde appellante haar eerdere argumenten, maar de Raad kwam tot de conclusie dat zij geen nieuwe gronden had aangevoerd die tot een ander oordeel hadden moeten leiden. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de aangevallen uitspraak, waarbij het hoger beroep werd verworpen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.