Uitspraak
19 5372 WAJONG
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
B.V.K. de Louw als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2021.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een Wajong-uitkering aan appellante, die op haar achttiende jaar arbeidsmogelijkheden zou hebben. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder geoordeeld dat appellante niet in aanmerking kwam voor de uitkering, omdat zij over voldoende arbeidsvermogen beschikte. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en voegt hieraan toe dat appellante in hoger beroep niet heeft aangetoond dat zij niet in staat is om ten minste vier uur per dag te werken of een uur aaneengesloten een taak uit te voeren. De arbeidsdeskundige heeft overtuigend aangetoond dat de taken van inpakken en handmatig afwassen voor appellante geschikt zijn en dat zij over basale werknemersvaardigheden beschikt. De stelling van appellante dat het Uwv meer informatie had moeten inwinnen bij haar ouders en begeleiders, werd door de Raad verworpen, omdat de beschikbare verklaringen onvoldoende objectieve medische gegevens bevatten om het standpunt van het Uwv te betwisten. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat appellante op de in geding zijnde datum beschikte over arbeidsvermogen en om die reden niet als jonggehandicapte kan worden aangemerkt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.