ECLI:NL:CRVB:2021:1814
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake toekenning militair invaliditeitspensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, een voormalig militair, had verzocht om toekenning van een militair invaliditeitspensioen (mip) op basis van een posttraumatische stressstoornis (PTSS) die hij zou hebben opgelopen tijdens een arbeidsconflict. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij is blootgesteld aan een levensbedreigende of seksueel gewelddadige situatie, wat een vereiste is voor de diagnose PTSS. De Raad heeft ook geconstateerd dat de appellant in het verleden is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, type I, maar dat deze aandoening niet is ontstaan door zijn militaire dienst. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen sprake was van invaliditeit met dienstverband, en de Raad heeft deze conclusie bevestigd. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank dan ook bekrachtigd, wat betekent dat de appellant geen recht heeft op het gevraagde pensioen.