In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren en een ambtenaar, die eervol ontslag had gekregen op grond van artikel 8:8 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO). De rechtbank had het ontslagbesluit vernietigd, omdat er geen sprake was van een impasse in de arbeidsrelatie, en het college had ten onrechte de mediation beëindigd. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank en voegt hieraan toe dat de oorzaak van de verstoorde arbeidsverhouding niet alleen te maken heeft met een incident op 24 april 2017, maar dat er geen bewijs is voor een reeds bestaande impasse. Het college had betrokkene de gelegenheid moeten bieden om juridisch advies in te winnen zonder de mediation te beëindigen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt het college in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep.