Uitspraak
19.2722 WLZ-T, 19/3819 WLZ-T, 20/931 WLZ-T
CIZ
OVERWEGINGEN
,begeleiding individueel en begeleiding groep voor de periode van 18 april 2016 tot en met 31 december 2016.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de blijvende behoefte van betrokkene aan 24 uur zorg in de nabijheid, in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Betrokkene, geboren in 1999, heeft een autistische stoornis, ADHD en gedragsproblemen, en is bekend met een verstandelijke beperking. CIZ heeft eerder zorg op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten geïndiceerd, maar heeft in een recent besluit de aanvraag voor Wlz-zorg afgewezen, omdat de blijvendheid van de zorgbehoefte niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene tegen dit besluit gegrond verklaard, maar CIZ heeft hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 14 juli 2021 behandeld. De Raad concludeert dat de door CIZ aangevoerde gegevens niet voldoende zijn om het standpunt te onderbouwen dat betrokkene niet blijvend is aangewezen op 24 uur zorg in de nabijheid. De Raad wijst op de noodzaak van intensieve begeleiding, zoals bevestigd door de psychiater en andere zorgverleners. De Raad oordeelt dat CIZ het gebrek in het bestreden besluit moet herstellen door nader onderzoek te verrichten naar het zorgprofiel van betrokkene. De Raad kan niet zelf in de zaak voorzien, omdat dit verder onderzoek vereist is.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgprofiel dat aansluit bij de specifieke behoeften van betrokkene, en dat de huidige indicatie van CIZ onvoldoende is gemotiveerd. De Raad draagt CIZ op om binnen zes weken het gebrek in het besluit te herstellen, waarbij rekening moet worden gehouden met de vastgestelde grondslag van verstandelijke handicap.