ECLI:NL:CRVB:2021:1600
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding in verband met schorsing ouderdomspensioen en uitschrijving uit de Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de door appellant gestelde schadeposten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Appellant was geregistreerd als 'vertrokken naar onbekend adres' door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, wat leidde tot de schorsing van zijn ouderdomspensioen door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Hoewel het college later het besluit tot uitschrijving introk, bleef de Svb bij zijn standpunt dat de schorsing rechtmatig was. De Raad overweegt dat voor schadevergoeding een oorzakelijk verband moet bestaan tussen het onrechtmatige besluit en de gestelde schade. Appellant heeft verzocht om vergoeding van immateriële schade, maar de Raad oordeelt dat er geen ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is aangetoond. Ook het verzoek om vergoeding van overige materiële schade wordt afgewezen, omdat onvoldoende onderbouwing is gegeven voor de gestelde schade door het voeren van procedures. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.