ECLI:NL:CRVB:2021:1585
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over Wajong-uitkering en arbeidsvermogen van appellante met zichtbeperking
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2021, met zaaknummer 19/4325 WAJONG-T, wordt de verlaging van de Wajong-uitkering van appellante van 75% naar 70% van het minimumloon besproken. Appellante, die lijdt aan het syndroom van Morsier en een zeer beperkte visus heeft, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv dat haar arbeidsvermogen toekent. De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat appellante in staat is de taak handmatig afwassen uit te voeren, gezien haar zichtbeperking. De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat appellante alleen grotere voorwerpen kan onderscheiden en dat haar dagelijkse activiteiten niet voldoende zijn om te concluderen dat zij de taak kan uitvoeren. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken het gebrek in het bestreden besluit te herstellen.