ECLI:NL:CRVB:2021:1577
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- J.T.H. Zimmerman
- J.C.F. Talman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake compensatie voor AOW-gat door wijziging FLO-regeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellant, werkzaam bij de RAV Brabant Midden-West-Noord, heeft in 2008 buitengewoon verlof aangevraagd en gebruik gemaakt van de FLO-regeling. Hij stelt dat hij recht heeft op compensatie voor een AOW-gat dat is ontstaan door de verschuiving van de AOW-leeftijd. De Raad heeft vastgesteld dat appellant geen beroep heeft gedaan op de hardheidsclausule die het dagelijks bestuur hem had geboden. Appellant was van mening dat de gewijzigde FLO-overgangsregeling, die per 1 januari 2011 van kracht werd, op hem van toepassing was. De Raad oordeelde echter dat de wijzigingen van het FLO-overgangsrecht na deze datum niet op appellant van toepassing zijn, aangezien hem was meegedeeld dat de oude regeling voor hem ongewijzigd bleef. Daarnaast heeft de Raad het standpunt van appellant verworpen dat het dagelijks bestuur verantwoordelijk is voor het ontstaan van het AOW-gat, omdat appellant zelf ontslag heeft genomen en de gevolgen van de AOW-leeftijd al duidelijk waren. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd ook afgewezen, omdat er geen sprake was van gelijke gevallen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.