ECLI:NL:CRVB:2021:1508
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van eerdere uitspraak inzake functie medewerker kleding en textielreiniging
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 9 juni 2017. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 april 2019 de eerdere uitspraak bevestigd en het verzoek om vergoeding van wettelijke rente afgewezen. Appellant heeft echter in een brief van 7 juni 2019 gewezen op een onjuistheid in de uitspraak van de Raad, waarin werd gesteld dat de functie van medewerker kleding en textielreiniging vooral zittend zou zijn. De gemachtigde van het Uwv heeft dit ter zitting bevestigd, en uit het proces-verbaal van de zitting van 7 maart 2019 blijkt dat de functie in werkelijkheid een staand beroep betreft, waarbij de medewerker 8 uur per dag staat. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de eerdere uitspraak van de Raad onjuist was, met name de overwegingen in rechtsoverweging 4.4.5 van de uitspraak van 18 april 2019.
De Centrale Raad van Beroep heeft daarom besloten de uitspraak van 18 april 2019 te vervallen. De zaak zal nu door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld. De beslissing tot vervallenverklaring is openbaar uitgesproken op 23 juni 2021, door rechter B.J. van de Griend, in tegenwoordigheid van griffier V.M. Candelaria.