ECLI:NL:CRVB:2021:141
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ZW-uitkering na medisch onderzoek en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Appellante, die zich op 8 november 2014 ziek meldde met rugklachten, had eerder een ZW-uitkering die per 10 september 2016 werd beëindigd omdat zij meer dan 65% van haar loon kon verdienen. Na een nieuwe ziekmelding in 2017, concludeerde het Uwv dat appellante per 16 februari 2018 weer geschikt was voor diverse functies, wat door de rechtbank werd bevestigd. Appellante voerde in hoger beroep aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat haar klachten niet serieus werden genomen. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische beoordeling. De Raad bevestigde dat appellante geschikt was voor de geselecteerde functies en dat de eerdere besluiten van het Uwv terecht waren. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.