Uitspraak
19 2279 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening en terugvordering van bijstand op basis van de kostendelersnorm. Appellante, die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet (PW), heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug, die haar dochter als kosten delende medebewoner heeft aangemerkt. De dochter, geboren in 1992, volgde een opleiding aan het Nederlands Talen Instituut (NTI) en had bijstand aangevraagd. Het dagelijks bestuur heeft de bijstand van appellante herzien en teruggevorderd, omdat de dochter niet in aanmerking kwam voor studiefinanciering en dus als kosten delende medebewoner werd beschouwd.
De Raad heeft vastgesteld dat de NTI-opleiding van de dochter niet gelijkgesteld kan worden met een beroepsopleiding die recht geeft op studiefinanciering. De wetgeving is duidelijk en laat geen ruimte voor interpretatie; de dochter valt niet onder de uitzonderingen voor studenten die in de BOL- of BBL-leerweg studeren. Appellante heeft aangevoerd dat de wetgever niet de bedoeling had om de kostendelersnorm als drempel voor jonge mensen te laten functioneren, maar de Raad heeft deze argumenten verworpen. De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland is bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De Raad concludeert dat het dagelijks bestuur op goede gronden de dochter van appellante als kosten delende medebewoner heeft aangemerkt, en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt.